Algemeen

Hoofdlijnen

Financiële hoofdlijnen

Inleiding

Deze kadernota is het eerste document in de planning & control-cyclus voor het samenstellen van de meerjarenbegroting 2025-2028. De kadernota is bedoeld voor de integrale afweging. In dit hoofdstuk presenteren wij het financieel meerjarenbeeld op hoofdlijnen en geven wij globaal inzicht in de ontwikkeling van ons weerstandsvermogen. Bij de meerjarenbegroting 2025-2028 werken wij dit verder uit in de paragraaf weerstandsvermogen en risicomanagement.

De kadernota borduurt voort op de 1e voortgangsrapportage die u op 29 mei heeft behandeld. Voor een uitgebreide toelichting op de financiële ontwikkelingen verwijzen wij u naar de programma's en naar het hoofdstuk financiën. Hierbij zijn alle effecten boven de € 25.000 in beeld gebracht.

Hieronder geven wij een financieel totaaloverzicht. Daarna presenteren wij de mutaties met een financiële omvang groter dan € 100.000.  

Exploitatie (bedragen x € 1.000)

Begroting 2025

Begroting 2026

Begroting 2027

Begroting 2028

Primitieve begroting 2024-2027

3.352

-4.266

-5.841

-6.162

1e Voortgangsrapportage 2024

-5.071

-5.438

-4.126

-3.182

Stand tot de kadernota

-1.719

-9.703

-9.967

-9.344

1. Autonome ontwikkelingen

-322

-344

-336

-501

2. Actualisatie bestaand beleid

128

169

108

43

Totaal mutaties kadernota

-193

-175

-228

-458

Saldo na kadernota

-1.912

-9.879

-10.195

-9.802

Waarvan incidenteel

-26

-210

68

0

Structureel begrotingssaldo na kadernota

-1.938

-10.089

-10.127

-9.802

Structureel en reëel evenwicht

De kadernota laat een financieel meerjarenbeeld zien dat in alle jaren op een fors tekort uit komt. Op basis van de toezichtvoorschriften van de provincie moet óf het jaar 2025 óf het laatste jaar 2028 structureel en reëel sluitend zijn. Wij concluderen dat de nu voorliggende kadernota hier niet aan voldoet.
Op grond van de voorschriften (BBV) dienen wij inzichtelijk te maken of er in de meerjarenraming sprake is van een structureel evenwicht. Hiervoor is inzicht in de incidentele baten en lasten nodig. Incidentele baten beïnvloeden het structurele begrotingssaldo in 2025 en 2026 negatief. Incidentele lasten beïnvloeden het structurele begrotingssaldo in 2027 positief. Door het saldo van de incidentele baten en lasten te betrekken bij het financieel meerjarenbeeld ontstaat een beter inzicht in het structurele evenwicht van onze begroting.

Meicirculaire
In deze kadernota zijn de effecten van de meicirculaire 2024 (algemene uitkering uit het gemeentefonds) niet opgenomen, aangezien de meicirculaire eind mei uitkomt. Dit geeft de nodige onzekerheid over de te verwachten inkomsten vanuit het Rijk. Op basis van de voorjaarsnota van het Rijk is de huidige verwachting voor 2025 dat het gemeentefonds eenmalig lager wordt vastgesteld. Voor onze gemeente gaat het om een bedrag van € 1,6 miljoen nadelig. Deze eenmalige korting brengt ons in extra problemen. Uit deze voorjaarsnota blijkt ook dat de opschalingskorting vanaf 2026 definitief vervalt. Voor de gemeente Zevenaar gaat dit vanaf 2026 om een bedrag van structureel € 1,6 miljoen voordelig. Het verwachte voordeel weegt echter bij lange na niet op tegen de huidige begrotingstekorten.  

Toelichting financieel meerjarenbeeld op hoofdlijnen

Het saldo in de primitieve begroting 2024-2027 was in het jaar 2025 nog € 3.352.000 positief. De 1e voortgangsrapportage 2024 is vastgesteld met een negatief effect van € 5.071.000. De mutaties die volgen uit de kadernota 2025-2028 komen in 2025 uit op een nadeel van € 193.000. Dit leidt tot een nieuw negatief begrotingssaldo voor 2025 van € 1.912.000. De jaren daarna loopt het negatieve saldo fors verder op, vanaf 2026 naar een structureel tekort van afgerond € 10 miljoen.

Bij de autonome ontwikkelingen zien we mutaties bij (grote) gemeenschappelijke regelingen. Bij de actualisatie van bestaand beleid is de doorontwikkeling en versterking van de RID een opvallende. Op het moment van schrijven zijn de uitkomsten van de meicirculaire 2024 nog onzeker. Landelijk is de inschatting dat het rijksbudget voor de gemeenten niet toereikend is en daarmee hebben de gestegen lasten een negatieve impact op de ontwikkeling van het begrotingssaldo. De zogenoemde ravijnjaren van de algemene uitkering vanaf 2026 hebben een enorme doorwerking. Dit geldt ook voor de forse structurele tariefwijzigingen voor zorgproducten (WMO en jeugd) waarvan de raming in de 1e voortgangsrapportage is opgenomen.

In de meerjarenbegroting 2025-2028 het jaar 2025 sluitend aanbieden
De zorgtarieven in het sociaal domein in combinatie met andere tegenvallers leiden ook al in 2025 tot een begrotingstekort van € 1,9 miljoen.  Het verslechterde begrotingssaldo van 2025 betekent dat we op korte termijn maatregelen moeten treffen om in november dit jaar minimaal het jaar 2025 van de meerjarenbegroting 2025-2028 sluitend te krijgen.  Een taakstellende bezuiniging met maatregelen is noodzakelijk om 2025 sluitend te krijgen.
We komen in de meerjarenbegroting 2025-2028 met een pakket aan bezuinigingsmaatregelen en voorstellen tot ombuigingen om het jaar 2025 structureel en reëel sluitend te krijgen. De urgentie en noodzaak is bijzonder hoog.

Strategiebepaling voor 2026 en verder
Uit de kadernota 2024-2027 bleek een structureel begrotingstekort. Vervolgens vonden wij het van belang om te anticiperen op de financiële situatie vanaf 2026. Gezien deze onzekerheid, in het bijzonder vanuit het Rijk, hebben we een ‘strategiebepaling voor een gezonde toekomst’ opgesteld waarin we verschillende momenten hebben geformuleerd waarop we de benodigde maatregelen kunnen treffen, zodat we ook op de lange termijn een structureel sluitende begroting kunnen presenteren. U heeft gekozen voor het uitgangspunt van gedeeltelijke compensatie van het Rijk, dus we treffen in de (volgende) kadernota 2026-2029 maatregelen.

Voor het structureel en reëel sluitend maken van de begroting zijn maatregelen nodig die nadrukkelijk de dienstverlening en het voorzieningenniveau zullen raken. Het gaat om een traject met een lange doorlooptijd en grote complexiteit. Wij hebben aan onderzoeksbureau BMC gevraagd om een onderzoeksrapport op te stellen. Dit rapport moet leiden tot meer inzicht in de beïnvloedbaarheid van de begroting en een vergelijking met andere soortgelijke gemeenten (benchmark). U ontvangt dit rapport separaat door middel van een RIB .
De inzichten die het rapport ons geeft moeten wij vertalen naar realistische en haalbare taakstellingen per programma voor de kadernota 2026-2029. Dit alles in overleg en afstemming met de raad. Wij willen op basis van het rapport bij de behandeling van de begroting 2025-2028 met een voorstel bij u komen. Wij gaan op basis van uw besluitvorming de taakstellingen uitwerken in concrete voorstellen en maatregelen en zullen deze ter besluitvorming bij de kadernota 2026-2029  aan u voorleggen. Definitieve besluitvorming kan plaatsvinden bij de meerjarenbegroting 2026-2029. Bij het invullen van de opdracht voor 2025 worden de inzichten uit het rapport gebruikt.

Overzicht van de mutaties boven de € 100.000

Hieronder vindt u een overzicht van de mutaties met een budgettair effect op de begroting van meer dan € 100.000.

Bedragen x € 1.000

Mutatie omschrijving

Begroting 2025

Begroting 2026

Begroting 2027

Begroting 2028

Overzicht van de mutaties >= € 100.000

1. Autonome ontwikkelingen

-112

-99

-81

-244

Bijdrage BVO DRAN en overige kosten doelgroepenvervoer

260

V

280

V

307

V

212

V

Bijdrage BVO DRAN en overige kosten leerlingenvervoer

-36

N

-44

N

-52

N

-120

N

Bijdrage GR Samenwerking de Liemers SDL - RSD

-347

N

-347

N

-347

N

-347

N

Bijdrage GR VGGM Volksgezondheid en Jeugdgezondheidszorg (JGZ)

-125

N

-125

N

-125

N

-125

N

Bijdrage MGR sociaal domein Centraal Gelderland/modules WSP, WgSW en Inburgering

-200

N

-200

N

-200

N

-200

N

Verwachte compensatie loon- en prijsstijgingen gemeenschappelijke regelingen

337

V

337

V

337

V

337

V

2. Actualisatie bestaand beleid

342

284

236

186

Budgetmutatie zorgkosten Wmo en Jeugd

1.265

V

1.265

V

1.265

V

1.265

V

Doorontwikkeling en versterking RID

-731

N

-789

N

-837

N

-887

N

Versterken openbaar bibliotheekwerk en borging volwasseneneducatie

-192

N

-192

N

-192

N

-192

N

(V = Voordeel; N = Nadeel)

Toelichting op de mutaties boven de € 100.000

Hieronder vindt u een overzicht van de mutaties met een budgettair effect op de begroting van meer dan € 100.000. Het genoemde bedrag komt overeen met de mutatie in 2025.

1. Autonome ontwikkelingen

Bijdrage BVO DRAN en overige kosten doelgroepenvervoer                  260.000 V
De bijdrage aan de BVO DRAN wordt aangepast aan de meerjarenbegroting 2025-2028 van de BVO DRAN. In totaal dalen de kosten hierdoor in alle jaren (van € 281.000 in 2025 tot € 233.000 in 2028). De daling wordt verklaard door de aanbesteding van het Wmo-vervoer, door een daling van het vervoer eind 2023 (vervoer Wmo, dagbesteding en jeugd) en een daling van de NEA-index (index vervoerskosten).



Bijdrage BVO DRAN en overige kosten leerlingenvervoer                  36.000 N
De bijdrage aan de BVO DRAN wordt aangepast aan de meerjarenbegroting 2025-2028 van de BVO DRAN. De bijdrage daalt door een daling van het leerlingenvervoer via de BVO DRAN en een daling van de NEA-index (index vervoerskosten). Daarnaast verwachten wij dat de stijging van het vervoer in natura uit de 2e VGR 2023 structureel is. Hierdoor stijgen deze kosten met € 60.000. Deze stijging komt door ‘verplaatsing’ van het leerlingenvervoer via de BVO DRAN naar bekostiging van het leerlingenvervoer via openbaar vervoer en door de aanhoudende stijging van het aantal leerlingen in het leerlingenvervoer.

Bijdrage GR Samenwerking de Liemers SDL - RSD                     347.000 N
De bijdrage is bijgesteld waarbij rekening is gehouden met de gewijzigde begroting 2024. Hierin zijn de aanpassingen verwerkt van de reële stijging van de personeelskosten en overige kosten die hoger zijn uitgevallen t.o.v. de vastgestelde meerjarenbegroting 2024-2027 van de GR (nadeel € 140.000). Voor de prijsstijgingen (indexeringen) voor het jaar 2025 is de bijstelling gebaseerd op de septembercirculaire 2023 (nadeel € 193.000). De overige kostenstijging is veroorzaakt door de gewijzigde kostenverdeling, waardoor het aandeel van Zevenaar is gestegen van 52,01% naar 52,17% en mutaties in de dienstverleningsovereenkomst (nadeel € 14.000). Totaal nadeel € 347.000.

Bijdrage GR VGGM Volksgezondheid en Jeugdgezondheidszorg (JGZ)               125.000 N
De bijdragen is aangepast conform de geactualiseerde (concept) begroting 2025 van de GR. Daarbij is rekening gehouden met de verwachte loon- en prijsontwikkelingen, (jeugd)inwoneraantallen, de voorstellen voor versterking van de GGD taken en de organisatieversterking om de GGD meer toekomstbestendig te maken. Hierdoor stijgt de bijdrage voor 2025 in totaal met € 125.000.

Bijdrage MGR sociaal domein Centraal Gelderland/modules WSP, WgSW en Inburgering         200.000 N
De bijdragen voor de modules WSP, WgSW,  Contractmanagement Inburgeringstrajecten, inkoop en beheer zijn geïndexeerd op basis van de septembercirculaire 2023. Bij de module WgSW is rekening gehouden met de herverdeling op basis van het aantal arbeidsjaren per oktober 2023 en in de module WSP is rekening gehouden met aangepaste dienstverleningsovereenkomst a.g.v. de toevoeging van de submodule SROI (Social Return on Investment). Bij de module inkoop is naast de indexering ook de stijging in verband met de versterking van de operationele aansturing en strategische positie voor verbetering van het inkoopbeleid begrepen (€ 26.600). De totale kostenstijging voor de modules bedraagt afgerond € 200.000.

Verwachte compensatie loon- en prijsstijgingen gemeenschappelijke regelingen         337.000 V
In de kadernota zijn de bijdragen aan de gemeenschappelijke regelingen geraamd inclusief de loon- en prijsstijgingen voor het jaar 2025. In de gemeentebegroting wordt de compensatie pas na de meicirculaire in de begroting verwerkt. Hierdoor ontstaat nu in de kadernota een te negatief beeld. Daarom ramen wij in een stelpost de verwachte compensatie (voordeel) voor lonen en prijzen van de gemeenschappelijke regelingen voor een bedrag van € 337.000.

2. Actualisatie bestaand beleid

Budgetmutatie zorgkosten Wmo en Jeugd                        1.265.000 V
Bij de 1e voortgangsrapportage 2024 zijn de ramingen voor de zorgkosten aangepast in verband met de forse structurele tariefstijgingen. Dit naar aanleiding van het onderzoek naar reële kostprijzen. Bij de jaarrekening is gebleken dat de zorgkosten over 2023 lager zijn uitgevallen. Wanneer we rekening houden met deze definitieve cijfers over 2023 dan kunnen de ramingen naar beneden worden bijgesteld. Per saldo een effect van € 1.265.000 vanaf 2025. Het effect voor 2024 zal worden meegenomen in de 2e voortgangsrapportage 2024.

Doorontwikkeling en versterking RID                        731.000 N
De I&A-visie- en strategie 2023-2025 "Beter samen" is vastgesteld. Hierbij heeft uw raad gekozen voor de minimale variant. Bij de Kadernota 2026-2029 valt het besluit of het wenselijk en financieel haalbaar is om over te stappen op de optimale of groeivariant. Om goed en veilig ten dienste te kunnen staan van onze inwoners en bedrijven willen de drie Liemerse gemeenten de komende jaren de digitalisering en innovatieve technologie bij kunnen benen. Door deze kwaliteitsimpuls kan de RID zich hoognodig ontwikkelen tot een moderne uitvoeringspartner op ICT-gebied.

Versterken openbaar bibliotheekwerk en borging volwasseneneducatie            192.000 N
Vanaf 2025 zijn gemeenten wettelijk verplicht om te zorgen voor een volwaardige, toekomstgerichte openbare bibliotheek. Om de wettelijke taken van de bibliotheek uit te kunnen voeren is een verhoging van het bedrag per inwoner (naar € 21,00) nodig waardoor de Wsob (Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen) taken vanaf 2025 uitgevoerd kunnen worden én het aanbod aan volwasseneducatie met cultureel, maatschappelijk en sociaal belang, geborgd kan worden binnen de bibliotheek.

Weerstandsvermogen

Inleiding
In de kadernota is een actualisatie van het weerstandsvermogen opgenomen.

Benodigde weerstandscapaciteit

Op basis van een actuele inventarisatie van risico’s is de benodigde weerstandscapaciteit herberekend. De benodigde weerstandscapaciteit is iets gestegen van € 10 miljoen in de meerjarenbegroting 2024-2027 naar een huidige stand van € 10,9 miljoen, voornamelijk door enkele nieuw toegevoegde risico's.

Beschikbare weerstandscapaciteit
De beschikbare weerstandscapaciteit zit in het vrij aanwendbare deel van de algemene reserve. Het vrij aanwendbare deel van de algemene reserve van onze gemeente is per 31 december 2023 € 11,9 miljoen. Dit is een forse daling van de algemene reserve, met als oorzaak de verwachte negatieve begrotingsresultaten in de jaren 2024 tot en met 2028.

Weerstandsratio

De ratio geeft de volgende uitkomst:

Ratio weerstandsvermogen =

Beschikbare weerstandscapaciteit

=

11.942.000

  = 1,1

Benodigde weerstandscapaciteit

10.850.000

Deze uitkomst van het weerstandsvermogen kan als voldoende worden gekenmerkt. Dit betekent dat de financiële risico's nog steeds zijn afgedekt, echter ten opzichte van de ratio in de begroting laat deze nu een verdere daling zien van 2,3 naar 1,1. De ratio moet minimaal 1,0 zijn.

Deze pagina is gebouwd op 05/27/2024 08:27:49 met de export van 05/27/2024 08:20:39